De Omloop der Kempen heeft de eer van de langste erelijst van Nederland met daarop de meest aansprekende namen. Daar bovenop passeert het peloton in de Omloop der Kempen de langste aaneengesloten kasseistroken van Nederland! De Ronde van Noord-Holland daarentegen werd een jaar eerder [ 1947 ] voor het eerst georganiseerd. De Omloop der Kempen mag daarmee dan wel niet de alleroudste van Nederland zijn, maar is daarentegen wel de meest verreden wielerklassieker van Nederland! In 2019 voor maar liefst de 71e keer. In 1948 is Rotterdammer Arie Geluk de eerste winnaar. De wedstrijd telt al jarenlang 200 kilometer. Een zware klus voor de renners. Alleen de wereldbekerklassiekers bij de profs overtreffen de Kempenklassieker in afstand; alle andere eendaagse professionele topwedstrijden zijn aan een maximum van 200 kilometer gebonden.
De lange rondrit door het Kempenland heeft in de loop der jaren prachtige winnaars opgeleverd. Renners die na het torsen van de erepalm aan het eind van de Kempense wielermiddag met een gerust hart de overstap naar de beroepsrenners konden maken. Hun namen keren in de profpelotons bij de gevierde vedetten in de Tour de France terug. Hans Dekkers (winnaar van de 2e Omloop in 1949) staat nog altijd bekend als een van de winnaars van de Tour-etappe in Bordeaux. Daar zegeviert de rappe Eindhovenaar in 1952, nadat hij zich dat jaar voor de tweede keer tot nationaal kampioen bij de beroepsrenners heeft laten kronen. Dekkers laat al op 56-jarige leeftijd het leven.

Koolbladeren
Daan de Groot, winnaar van de Omloop der Kempen in 1954, zal een jaar later grote bekendheid verwerven op een snikhete dag in de Touretappe naar Albi. De Groot moet vanwege de hitte lossen uit het peloton. Hij stapt af en haalt in een veld grote koolbladeren om zijn hoofd en hals te bedekken. Hij slaagt erin terug te keren in het peloton en ziet zelfs kans te demarreren. De hoofdmacht laat hem begaan en de Amsterdammer finisht na een solorit van 150 km met ruim 20 minuten voorsprong! Na zijn carrière kan De Groot het overlijden van zijn vrouw niet accepteren en raakt in een depressie. Op 48-jarige leeftijd maakt hij een eind aan zijn leven. Leo Duyndam wint de Omloop der Kempen al op 19-jarige leeftijd in 1967. De Westlander wordt nog datzelfde jaar beroepsrenner en groeit al snel uit tot een gevierd renner. In 1972 is hij de beste in de Touretappe tussen Bordeaux en Bayonne. Op de wielerbaan in die Zuid-Franse stad laat de coureur van de Pellenaars-ploeg van Goudsmit-Hoff zich als volleerd pistier in de eindsprint van een kopgroep niet verrassen. Duyndam beëindigt zijn veelbelovende wielercarrière te vroeg. Op 28-jarige leeftijd is ‘de blonde pijl van het Westland’ na onder meer tal van baansuccessen aan de zijde van Peter Post en René Pijnen opgebrand en stopt met de wielersport. In 1990 overlijdt hij, inmiddels woonachtig in Zuid-Frankrijk, aan een hartaanval.
’Nog maar net twintig’
Het lijkt wel of de renners die de erelijst van de Omloop der Kempen vullen geen lang leven beschoren is. Niets is minder waar. Neem bijvoorbeeld Jo de Roo, wiens wieg in 1937 in het Zeeuwse Schore stond. De Roo is in 1957 aan de finish in Veldhoven de beste van de dag. “Ik was nog maar net twintig toen ik de Omloop der Kempen won. Het was mijn eerste goeie seizoen.” Hij kan zich de wedstrijddag in de Kempen nog goed voor de geest halen. “Zoveel koersen won ik niet en als je dan als winnaar een herenfiets in ontvangst mag nemen, blijft je dat wel bij.” Zijn zege in de Omloop en diverse andere successen worden de aanzet naar een glanzende profcarrière. De Zeeuwse krachtpatser laat zich vijf jaar later met drie grote klassieke zeges tot ‘s werelds beste wielrenner uitroepen als winnaar van de Super Prestige Pernod, de voorloper van de huidige Wereldbeker. Hij wint in 1962 de monsterklassieker Bordeaux-Parijs, Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije, nadat hij eerder als tweedejaars prof al de beste is geweest in de Ronde van Vlaanderen. Als beroepsrenner schrijft De Roo bovendien drie Tour-etappes op zijn naam. De 76-jarige Zeeuw fietst nog dagelijks zijn kilometers.

Primavera
Arie den Hartog wint de Omloop der Kempen in 1963 door Bart Zoet, Gerben Karstens en Henk Cornelisse in die volgorde achter zich te houden. Een jaar later krijg hij een contract aangeboden bij Saint Raphael-Gitane, de ploeg van Jacques Anquetil, de eerste vijfvoudige Tour-winnaar. De oud-coureur uit Zuidland dankt zijn naamsbekendheid vooral aan de zege die hij twee jaar later in Milaan-San Remo behaalt. Den Hartog, nu zelf woonachtig in Zuid-Limburg, klopt in de ‘Primavera’ de Italiaanse azen Adorni en Balmanion. In 1967 wint hij op in¬drukwekkende wijze de Amstel Gold Race en rijdt in 1968 een sterke Tour de France als secondant van winnaar Jan Janssen. “Ik ben nog steeds een geluk¬kig man en ik heb dat voor een deel aan de wielersport te danken.” Den Hartog is inmiddels bijna 73 jaar. Ook Harrie Steevens wint de Amstel Gold Race (1968) nadat hij drie jaar eerder de Omloop der Kempen op zijn naam heeft geschreven in een periode waarin hij als amateur bijzonder succesvol is. De Witte Raaf van Elsloo wint in 1966 een aantal etappes en de groene trui in de Tour de l’Avenir en wordt in die kleine Tour 2ein het eindklassement.

Peter Post
Het zijn niet alleen de winnaars in de ‘Omloop’ die later nadrukkelijk aan de weg timmeren bij de beroepsrenners. Er zijn ook tal van renners die zich op de Kempense middag manifesteren zonder het zoet van de overwinning te kunnen proeven en die toch later tot de groten gaan behoren. Zoals Peter Post die in 1952 na een lange aanval in erbarmelijk slecht weer door bandenpech uit de wedstrijd verdwijnt. De wedstrijd is dan nog een gevecht van man tegen man en het materiaal moet onderweg door de renners zelf hersteld worden. Gerben Karstens treft in 1962 de pech dat in de eindsprint zijn rechter teenhaak afbreekt, zodat de zege naar Cees Lute gaat. En Joop Zoetemelk moet in 1968 zijn meerdere erkennen in de snelle Limburger Jan Krekels. De vedetten van weleer strijden om de hoogste eer op wegen die er heel wat slechter uitzien dan de fraai gebaande plaveisels van de huidige tijd.
Nog enkele winnaars van de Kempen omloop die later als beroepsrenner hun mannetje hebben gestaan. Leo van Vliet, alweer een Westlander, is in 1977 de beste in de Omloop der Kempen. De coureur uit Honselersdijk maakt dan deel uit van de sterke Amstel Bier-ploeg met Herman Krott aan het roer. Ooit winnaar van profkoersen als Gent-Wevelgem en een etappe in de Tour de France (1979) kan de Westlander op zijn lauweren rusten. Van Vliet is op 58-jarige leeftijd een gefortuneerd zakenman. Het containerbedrijf dat hij met vijf broers runt doet hij in 2002 van de hand. Hij heeft nu alle tijd om de organisatie van de Amstel Gold Race in goede banen te leiden.
Raleigh ploeg
En dan is er nog oud-winnaar Ad Wijnands, eveneens uit de Amstel-brigade van Herman Krott. In 1980, zijn derde seizoen bij de amateurs, is hij de beste in de Omloop der Kempen. Met zijn eenentwintig lentes is Wijnands dan al duidelijk klaar voor de overstap naar de professionals. In 1981 zal hij in de Raleigh-ploeg van Peter Post een schitterend debuut maken met twee etappezeges in de Tour de France. Zowel in de tiende rit van Rochefort-sur-Mer naar Nantes als drie dagen later van Le Mans naar Aulnay-sous-Bois komt Wijnands als eerste over de finishlijn. “Het ging inderdaad meteen al heel goed. Naast die twee etappezeges won ik viermaal met Raleigh de ploegentijdrit. Je ervaart dat je, hoewel een stuk jonger dan kleppers als Zoetemelk, Kuiper, Knetemann en Raas, een generatiegenoot bent van klassieker- en Tour de France-winnaars. Dan kun je twee dingen doen. Je wordt tegenstander van die vedetten of je probeert andere koersen te winnen als die waar zij op azen. Daar ben ik aardig in geslaagd.” Maar liefst 83 keer rijdt Wijnands als beroepsrenner met de zegebloemen. Ook Jean-Paul van Poppel (1984) maakt na zijn overwinning in de ‘Omloop’ als beroepsrenner het zegegebaar in de Tour de France.
Negenmaal zelfs is de oud-Tilburger, nu met wielrenster Mirjam Melchers woonachtig in Moergestel, de snelste aan de eindstreep in Touretappes. En dat allemaal in de periode van 1987 tot en met 1994. Met als hoogtepunten de groene trui van het puntenklassement in 1987 en maar liefst vier ritzeges in 1988.


2005:1e Niki Terpstra, 2e Sebastian Langeveld en 3e Laurens Ten Dam!

2007: Ook Lars Boom die inmiddels tot Nederlands beste renners behoort, plaatst zijn naam op de erelijst van de Omloop der Kempen.

2013: De zege in de Omloop gaat dan naar de Italiaan Eugenio Alafaci die daarmee een profcontract in het Trek Factory Team in de wacht sleept. In 2014 de tot nu toe laatste buitenlandse winnaar in de naam van Australiër Luke Davison. In 2015 won Jochem Hoekstra, die datzelfde jaar ook de zware Ronde van Limburg won en daarvoor beloond werd met een stagecontract bij de Pro WorldTour-formatie Giant-Alpecin! De 69e editie van de klassieker werd een prooi voor Tim Kerkhof [ Destil-Piels] die in 2017 terugkeerde bij de Elite na twee moeilijke seizoenen bij de Pro Continental-formatie Roompot-Oranje Peloton. De 70e editie ging naar de jonge Daan van Sintmaartensdijk [ Alecto ] en het jaar daatop was het opnieuw een renner van Alecto. Een emotionele René Hooghiemster eerde zijn enkele weken eerder, na een hartaanval tragisch overleden ploeggenoot Robbert de Greef.
2020: Dit jaar verliep voor nagenoeg de hele wereldbevolking dramatisch. Het Corona-virus (COVID-19) trof niet alleen wereldwijd de gezondheid van velen, alle sportevenementen waaronder helaas ook onze 72e SIMAC Omloop der Kempen, maar ook het sociale leven en de wereldeconomie werd bijzonder hard getroffen. Laten we hopen dat tenminste in 2021 dit virus eindelijk onder controle zal zijn. Wie zal dan zijn naam gaan toevoegen aan het rijtje met al deze illustere voorgangers? We gaan het zien op zondag 16 mei 2021!
Auteur: Piet Gijsbers Foto’s: Archief Wielerspiegel en Theo van Sambeek van Fototvs.nl